Vaderdag.

 

Pappa,

Ik wil nog lang
van je genieten.
Geen ruzie maken
geen verwijten gieten.

We botsen weleens.
Dat is niet raar.
Dat kun je hebben
met dezelfde
karakters,
nietwaar?

Maar toch ook
hebben we onze
fijne ogenblikken.
We kunnen niet
zonder elkaar
en als ik je
nodig heb,
hoef ik maar te kikken.

Van mij mag je niet sterven.
Al zou ik heel veel
erven.
Als je dood bent
hoef ik de erfenis
al niet meer.
Nee, alles wat ik me dan wenste:
Was dan het volgende:
"Was pappa er maar weer".

Toch zal eens die tijd komen.
Wat ik je voor die tijd
wil zeggen:
"Eens zal het zo zijn
als jouw tijd is gekomen,
dat dan al jouw mooie dromen
daadwerkelijk ook
uit zullen komen.

Want dan ben je in de hemel
en heb je nooit meer pijn,
en als ik later bij je kom
hebben we het
samen weer fijn".

Daarom kan ik berusten
dat je me ooit gaat verlaten.
Maar ik hoop toch
dat de tijd die ons nog rest
verstrijkt in een snelheid
met mate.